De WRR bestaat uit minimaal vijf en maximaal elf leden, zo staat in de Instellingswet. Op dit moment is de raad negen personen sterk: een voorzitter, zeven raadsleden en een adviserend lid. Voorzitter en leden worden door het kabinet benoemd voor een periode van vijf jaar. Alle raadsleden zijn vaak ook werkzaam als hoogleraar. Bij de samenstelling van de raad wordt gestreefd naar een goede mix van wetenschappelijke disciplines.
Het bureau van de WRR ondersteunt de raad in zijn werk. De secretaris van de raad is tevens directeur van het bureau. Hij geeft leiding aan onderzoekers (eveneens met uiteenlopende expertises), managers, ondersteuners en communicatieadviseurs. Het bureau telt zo’n twintig wetenschappelijk medewerkers en acht mensen bij de afdeling Communicatie en Ondersteuning.
Hoe is het om te werken bij en voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid? Een impressie.
Projecten trekken, teksten schrijven, feedback leveren en nazorg doen
Prof.dr. Marianne de Visser is emeritus hoogleraar neuromusculaire ziekten en sinds 2013 lid van de WRR. Zij vertelt over haar ervaringen als raadslid van de afgelopen negen jaar.
“Ik ervaar het als een cadeautje om raadslid van de WRR te mogen zijn. Het feit dat ik met deskundigen uit verschillende disciplines, zowel in de raad als in de staf, mag samenwerken, en zoveel kennis kan opdoen over multisectorale onderwerpen die actueel zijn en tegelijkertijd een langetermijnperspectief hebben, vind ik fantastisch. De projecten zijn heel uitdagend om aan te pakken en belonend als ze lukken en doorwerken in het beleid.”
“Als raadslid moet je een stevige wetenschappelijke achtergrond hebben, en ervaring met het vertalen van wetenschap naar beleid. Vanuit het ziekenhuis waar ik werkte, was ik bijvoorbeeld niet zo maar bij de WRR terechtgekomen. Je trekt projecten, schrijft mee aan de teksten van een rapport en levert feedback op de concepten van collega’s. Die onderlinge feedback, al wordt deze hoffelijk gegeven en is de sfeer zeer collegiaal, liegt er niet om. Maar daar worden onze producten alleen maar beter van. Juist die multidisciplinaire samenstelling van de raad kan leiden tot mooie rapporten.”
“Omdat we bij de raad met een kleine club mensen zijn, streven we naar twee grote adviezen per jaar. Dan moet je oppassen dat niet teveel adviezen door kabinet of parlement gevraagd zijn. Dat dit laatste tegenwoordig vaker gebeurt dan vroeger, laat overigens zien dat de WRR een bepaalde naam heeft gevestigd. Ons rapport over Houdbare zorg dat in september 2021 verscheen en waarvan ik projectvoorzitter was, is zo’n gevraagd advies. Het is mooi om te zien dat veel van wat wij aanbevolen hebben, in het coalitieakkoord is betrokken. Een betere impact kun je niet hebben. Dat leidt nu tot een stroom van uitnodigingen om het rapport te komen toelichten. Want ook dat is een belangrijk aspect van het raadswerk, om onze producten voor het voetlicht te brengen en goed te laten landen. De projectgroep is dan ook druk bezig met de nazorg van ons rapport.”
Binnenkijken bij de WRR?
In deze vlog neemt directiesecretaresse Tessa u mee langs de collega's van de WRR. Kijk en luister naar hun verhalen!
Kennismaken met het WRR-secretariaat
Tessa Roelofs is directiesecretaresse bij de WRR. Dat betekent dat zij voorzitter Corien Prins en directeur Frans Brom bij hun werkzaamheden ondersteunt. Zij beheert onder andere hun agenda’s en zorgt ervoor dat de stukken die zij nodig hebben, op orde zijn. Haar collega Magda de Wit is projectsecretaresse. Zij ondersteunt de projectgroepen in hun werk, bijvoorbeeld bij het versturen van uitnodigingen voor bijeenkomsten. Ook zorgt zij ervoor dat stagiaires en nieuwe medewerkers een laptop en inloggegevens krijgen zodat ze een goede start bij de WRR kunnen maken. Samen vormen Tessa en Magda het WRR-secretariaat.
“Ja, het klinkt afgezaagd, maar zo zou ik de positie van ons secretariaat wel omschrijven, als spin in het web,” zegt Tessa. “Je moet alles weten, alles uitvoeren en … nergens over praten. Daarnaast moet je met allerlei mensen kunnen omgaan, zowel wetenschappers als ambtenaren en politici. En je moet weten hoe de verhoudingen zijn. Bijvoorbeeld om de prioriteiten voor je baas te kunnen bepalen. Want een afspraak met een minister gaat voor een afspraak met een beleidsmedewerker of een interne afspraak. Ook moet je flexibel zijn. Dingen kunnen soms snel veranderen. Zo heb je iets geregeld en dan moet het op korte termijn toch weer anders. Daar moet je wel mee om kunnen gaan.”
“Het werk is heel afwisselend. Anders zou ik het hier ook niet al 16 jaar volhouden. De WRR is bovendien een sociale organisatie, erg betrokken, altijd in beweging, altijd actueel en nooit standaard. Het is ook geen grote organisatie en er heerst geen ambtelijke cultuur. De contacten met de mensen in de raad en de staf zijn altijd prettig, vooral die met Corien en Frans. Ik hoop dan ook dat ze allebei nog even blijven. Wat ik wel erg mis op dit moment, is dat collega’s niet even binnen kunnen lopen voor een praatje.”
“Want twee jaar geleden, met de komst van corona, is er veel veranderd. Ik was altijd op kantoor, en Frans en Corien ook. Als ik hen nodig had, kon ik gewoon binnenlopen. Ik maakte ook altijd weekmappen voor hen klaar, met de uitgedraaide stukken voor hun overleggen. In het begin was het even zoeken hoe we dat alles digitaal konden doen, maar nu loopt het wel. Ook voor Magda is er veel veranderd. Haar functie als gastvrouw bij bijeenkomsten is bijvoorbeeld weggevallen. Ik denk overigens niet dat we na corona weer fulltime op kantoor gaan werken. Ook bijeenkomsten en overleggen zullen vaker hybride plaatsvinden, deels fysiek en deels online. Het wordt een puzzeltje hoe we dat gaan organiseren, met de juiste apparatuur en de juiste links en dergelijke. Maar daar halen we ook onze voldoening uit, als dergelijke complexe afspraken goed verlopen.”
Een mooie plek voor generalistische specialisten
“De WRR is de leukste plek waar ik ooit heb gewerkt”, zegt Roel Jennissen (demograaf). Sinds 2015 werkt hij als wetenschappelijk medewerker bij de WRR, onder andere voor het rapport Samenleven in verscheidenheid (2020). Op dit moment is hij bezig met nazorgactiviteiten voor dat rapport. Daarnaast werkt hij aan het project over Kerende trends, dat in een opstartfase verkeert. “De sfeer, de locatie en de autonomie in het werk dragen daaraan bij, maar vooral de afwisseling. Als stafmedewerker doe je zelf onderzoek, je leest en bundelt het onderzoek van anderen en probeert daar een coherent verhaal van te maken. Verder beoordeel je elkaars werk, zodat dat beter wordt. Ik vind het ook mooi dat we aandacht besteden aan de nazorg van rapporten. We zitten weinig in een ivoren toren, al denken mensen dat soms wel. Maar we trekken veel het land in om met mensen te praten.”
“Het is prachtig dat ik als junior kan werken bij een toonaangevend instituut als de WRR”, vindt Elsenoor Wijlhuizen (sociaal geograaf). Sinds haar afstuderen in de zomer van 2021 werkt ze als junioronderzoeker aan het project over Klimaatbeleid. “Ik zit hier echt op mijn plek. De afgelopen maanden heb ik zoveel geleerd. Je duikt de wetenschappelijke literatuur in, er zijn gesprekken met Tweede Kamerfracties, gemeenten en allerlei instanties. En laatst waren we bij de minister-president op bezoek. Dat is toch vet? Als je bij de WRR wilt werken, moet je een brede interesse hebben, evenals nieuwsgierigheid naar hoe dingen werken en waar de problemen zitten. En je moet warm lopen voor complexe interdisciplinaire vraagstukken voor de lange termijn.”
Haroon Sheikh (bestuurskundige, politicoloog en filosoof) werkt nu drieënhalf jaar met ontzettend veel plezier bij de WRR. Hij heeft net het rapport Opgave AI afgerond, en dus alle cycli van een projecttraject meegemaakt. Naast zijn werk bij de WRR is Haroon bijzonder hoogleraar Strategic Governance of Global Technologies aan de VU. “Het werk bij de WRR ervaar ik als divers en intellectueel uitdagend, met mooie onderzoeksthema’s. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in het domein van wetenschap en beleid. Het type werk vraagt om een hoog expertiseniveau en ervaring met het doen van wetenschappelijk onderzoek. Verder moet je affiniteit hebben met de beleidswereld, moet je goed kunnen schrijven en goed kunnen samenwerken.”
Hij vervolgt: “Het verschil tussen het werk bij de WRR en de universiteit is dat je hier te maken hebt met de dynamiek van het regeringsbeleid. Het onderzoek van de raad is niet vrijblijvend. We moeten de slag maken van analyse naar advies en vanuit die analyse tot kernboodschappen kunnen komen. De WRR staat voor verbreding en verdieping. Voor de verdieping heb je specialistische kennis nodig, om de state of the art op dat gebied te kennen. Daarnaast is verbreding cruciaal; een WRR-rapport mag niet getekend worden door één discipline. Daarom is het mooi dat er bij de WRR mensen werken met een diverse achtergrond. In een rapport komen al die disciplines bij elkaar op zo’n manier dat je ze niet meer als zodanig herkent.”
Roel: “Er werken veel menswetenschappers bij de WRR, maar ook enkele alfa’s en beta’s die een generalistische invalshoek hebben. Een WRR-medewerker moet specialist zijn in zijn of haar vak maar tegelijkertijd generalistische trekjes hebben. Je moet je snel op een onderwerp kunnen inlezen en de kern van de zaak kunnen zien. En je moet goed kunnen schrijven. Taal doet ertoe in ons werk. De raad munt regelmatig nieuwe begrippen, om een omslag in het denken te bewerkstelligen. Daarvoor kiezen we de woorden heel zorgvuldig.”
“Bij WRR-medewerkers matchen achtergrond en de projecten waarin je werkt, niet één op één,” zegt Elsenoor. “Dat is ook niet echt nodig. De mensen die hier werken, zijn generalisten. In de stafvergaderingen bespreken we de stukken die iedere projectgroep inbrengt. Iedereen denkt mee. En steeds weer heeft iedereen nuttige feedback.”
Haroon: “Economie, bestuurskunde, recht en politicologie zijn, denk ik, de meest voorkomende disciplines. Waarom er ook filosofen bij de WRR werken? De filosofie biedt een goed uitgangspunt om zaken conceptueel te bezien. Daar let ik ook op als ik commentaar geef op het werk van andere projectgroepen. En de filosofie helpt om breed te kijken buiten de gebaande paden, om je blik te verbreden.”
Elsenoor: “Binnen de projectgroep Klimaatbeleid schrijf ik mee aan een verkenning over klimaatrechtvaardigheid. Daarbij kijken we naar de verdeling van lusten en lasten van het huidige klimaatbeleid, en naar het langetermijnbeleid. Nu richt het klimaatbeleid zich vooral op 2030 en 2050. Maar wat daarna? Daarbij kijken we ook naar toekomstige generaties.”
“Per project kan je rol verschillen, maar door de bank genomen heb ik een meer kwantitatieve rol,” zegt Roel. “Ik spring ook bij wanneer andere projectgroepen methodologische vragen hebben, en ben, vanwege mijn contacten bij het CBS, aanspreekpunt voor bijvoorbeeld data. De samenwerking in projectgroepen is goed en constructief, zo is mijn ervaring. En in de stafvergaderingen is iedereen hard op de inhoud maar zacht op de persoon.”
Interne zaken: een veelzijdige baan
Agnes Mooijman heeft bij de WRR een aantal jaar met veel plezier gewerkt als directiesecretaresse/hoofd secretariaat. Sinds enkele jaren is ze adviseur interne zaken binnen de afdeling Communicatie en Ondersteuning. In die functie voelt zij zich als een vis in het water.
“Ik heb een veelzijdige baan, van het coördineren en notuleren van de raads- en stafvergaderingen (de projectgroepen zorgen voor het verslag van hun eigen project), het wekelijkse presidium en MT tot het ondersteunen bij budgetgesprekken met de projectcoördinatoren, en de planning- en controlcyclus, zoals het jaarverslag. Verder ben ik contactpersoon voor Frontoffice, Teaminkoop en de afdeling Financiële zaken van het ministerie van Algemene Zaken en aanspreekpunt voor ICT en het hybride werken. Je begrijpt: geen dag is hetzelfde. Ik ben niet perfectionistisch, maar wil mijn werk wel goed doen. De dingen die op mijn pad komen, wil ik dan ook zo goed mogelijk oplossen.”
“Wat ik prettig vind, is dat de WRR een kleine organisatie is. Je kent elkaar, iedereen, zowel bij de raad als de staf, is benaderbaar, de contacten zijn prettig en je krijgt het gevoel dat je ertoe doet.”
Een kijkje in de communicatiekeuken
Caroline Buser is sinds 2017 communicatieadviseur bij de WRR. Samen met haar collega’s zorgt zij ervoor dat de uitkomsten van de adviesprojecten op de juiste plek, op het juiste moment onder de juiste ogen komen.
“We adviseren een projectgroep over de aankleding, letterlijk en figuurlijk, van een advies. Neem het working paper Verdelende rechtvaardigheid in het klimaatbeleid, dat eind 2021 verscheen. Daarvoor hebben we samen met de projectgroep en de vormgever een mooie visualisatie gemaakt van de verdelingsvraagstukken die in het klimaatbeleid spelen. Communicatie kan verder een waardevolle input leveren op de teksten. Soms ontkom je niet aan jargon, maar vaak zijn er toch woorden te vinden die ook niet-ingewijden begrijpen. Daar wordt zo’n tekst alleen maar toegankelijker door. Daarnaast corrigeren we de drukproeven van publicaties, zetten we vertalingen uit, helpen we de projectgroep om tot een kernboodschap te komen, onderhouden we de website, zorgen we voor podcasts en filmpjes, organiseren we evenementen en verzorgen we mediatrainingen. Eigenlijk begeleiden we een projectgroep dus vanaf het begin tot het einde.”
“Het hoofd Communicatie doet de woordvoering en een andere collega onderhoudt de persrelaties. Onze afdeling verzorgt ook een politieke helpdesk voor de projectgroepen: wat speelt er in de Tweede Kamer, welke debatten zijn er, enzovoort, of informatie over het standpunt van partijen op een onderwerp. Samen met de omgevingsscans en mediaoverzichten die onze informatiespecialist maakt, halen we zo de buitenwereld naar binnen.”
“Wat me vooral aanspreekt in het werken bij de WRR, is dat we hier niet met de waan van de dag bezig zijn maar met de lange termijn. Bovendien houden we ons bezig met veel verschillende thema’s. Als communicatieadviseur moet je van allerlei markten thuis zijn, maar bovenal moet je alles inhoudelijk op orde hebben.”